Kuypers van Kouteren

Brand Media Optimizer

De last click is de spits

Wij kennen in Nederland het gezegde ‘De laatste loodjes wegen het zwaarst’. Afgaand op de cartoon van Tom Fishburne kunnen we dat niet zeggen. De estafette is gelopen en performance marketing zet de laatste meter. Ik vergelijk het soms met de spits van een voetbalteam. Die scoort vaak en wordt bejubeld door het publiek. Maar ook die spits is afhankelijk van de aanvoer. Van de assist die hij krijgt. In marketing komt die assist van andere kanalen die vaak een lange termijn effect hebben. Dat mag niet uit het oog worden verloren. Krijg je een te nadrukkelijke focus op de ‘last click’ dan loop je bovendien het risico op de zogenaamde ‘Doom loop’ zoals afgelopen voorjaar nog door WARC gepubliceerd in haar rapport ‘The Multiplier effect.

“Half the money I spend on advertising is wasted; the trouble is I don’t know which half.” Is een gevleugelde uitspraak van John Wanamaker uit begin 1900. In zekere zin is Wanamaker de grondlegger van marketingattributie – de wetenschap van het toekennen van krediet aan elk marketingcontactpunt waarmee een klant in aanraking is gekomen vóór een aankoop. Marketeers proberen tegenwoordig meer dan ooit te begrijpen wat wel en niet werkt, zodat ze kunnen investeren in tactieken die de verkoop daadwerkelijk stimuleren. We zien dit ook in de cases van onze Brand Media Optimizer methodiek.

De assist

Met de opkomst van online – en social kanalen tasten marketeers niet meer zo in het duister als in de tijd van Wanamaker. Maar het blijft onduidelijk, vooral wanneer ze de impact van merkopbouw op de lange termijn proberen vast te leggen, die moeilijker direct aan de verkoop te koppelen is. Hoeveel krediet moet je toekennen aan een tv-commercial, een e-mailaanbieding of een promotie in de winkel? Gelukkig bieden onderzoeken van Professor Karen Nelson Field, Lumen en Ebiquity hier inzage in (bruto bereik v.s. werkelijk boodschapbereik). In de vergelijking met voetbal, hoeveel krediet moet je geven aan de middenvelder die de assist gaf voor de spits? Gelukkig snapt de spits ook – als teamplayer – dat hij afhankelijk is van de assistgever. Iets wat in marketing nog niet altijd gebeurt.

Te veel focus op korte termijn

De makkelijkste (en minst correcte) aanpak is ‘laatste-klik-attributie’, waarbij 100% van de credits naar de uiteindelijke marketingtactiek net vóór de verkoop gaat. De spits van het elftal toejuichen. De eenvoudige meetbaarheid van ‘laatste-klik-attributie’ heeft in het digitale marketingtijdperk bijgedragen aan een sterke omslag naar korte termijn verkoopactivatie. Vaak ten koste van lange termijn groei. Precies dit lees je terug in het rapport van WARC.

De winnende coach

Les Binet en Peter Field schreven in 2013 al over deze druk om op de korte termijn te focussen in ‘The Long and the Short of It’. Ze adviseren dat het niet het een of het ander moet zijn. Marketeers zouden in plaats daarvan een 60/40-regel moeten hanteren in hun reclameplannen: 60% gericht op merkopbouw en 40% op verkoopactivatie. Een mooie vuistregel, maar met de opmerking dat de die verhouding per merk verschilt. En ook dat zien we terug in onze cases met de Brand Media Optimizer methodiek. Elk merk is anders en gedrag beïnvloeden werkt voor elk merk anders. Maar de marketeers die dit inzicht hebben en dus weten hoe ze moeten sturen zijn de winnende coaches.

De last click is de spits Meer lezen »

Over-investeren in creatie loont wel tot 5 jaar of zelfs nog langer

Bij het merendeel van de wat kleinere tot middelgrote bedrijven zijn creatiekosten gewoonlijk onderdeel van het communicatiejaarbudget. We laten hier de Heinekens en de Coca-Cola’s even buiten beschouwing. Dus het zijn kosten, geen investeringen in de ogen van de financieel verantwoordelijke personen binnen zo’n bedrijf. Dat sluit ook aan op het begrip “wear out”, de slijtage van een campagne. Lang is aangenomen dat het effect van een campagne na bepaalde tijd – vaak minder dan 1 jaar (!) – terugloopt qua aandacht en opvallendheid en dus vervangen moet worden door een nieuwe aanpak. Opnieuw weer kosten maken voor creatie want de consument zou er dan – plat gezegd – wel genoeg van hebben. Het tegendeel blijkt waar te zijn!

Investeren in je merk!

Onderzoeken tonen aan dat langer lopende campagnes – mits goed qua strategie, concept en uitvoering – zorgen voor meer impact, herkenning, effect, marktaandeel en winst; van slijtage is zelfs na 5 of meer jaar geen sprake. Dat pleit ervoor om eenmalig een geweldig sterk creatief platform te ontwikkelen (investeren dus!) en daar jarenlang mee aan de slag te gaan.

Recent schoof Mark Ritson in MarketingWeek het voorbeeld van Glenmorangie, het Schotse whiskymerk, naar voren en vrijwel in dezelfde week kwam James Hurman, auteur bij WARC met een aansprekende case van Yorkshire Tea. Dit Engelse theemerk scoorde ongelooflijk goed door 7 jaar consistentie wat betreft creatief platform, jaar-in-jaar uit een stevige Extra Share of Voice (ESOV), een focus op penetratie i.p.v. op loyaliteit en een inzet van een brede mix van kanalen waarbij de focus op tv en video ligt. De communicatie werd gedreven door emotie, niet door ratio; consumenten houden van het merk, ze hebben geen enkele twijfel over de kwaliteit en hebben er een hogere prijs voor over.

Deze aanpak – qua onderdelen gebaseerd op bekend en bewezen onderzoek – is ongelooflijk succesvol: van een 3e plaats – op grote afstand van de nummers 1 en 2 – werd Yorkshire Tea de overtuigende nummer 1 qua marktaandeel. Distributie nam toe, imago verbeterde sterk, ze verhoogden hun prijzen zonder in te leveren op volume of marktaandeel en na 7 jaar heeft meer dan 80% van de consumenten nog geen enkel probleem met de communicatie van het theemerk. Hoezo “wear out”?

Wel meten!

Het vraagt vanuit het merk dus de moed om te investeren in het perspectief op lange termijn. De eerste voorwaarde hiertoe is een gedegen strategie die door directie én het marketingteam wordt gedragen. En die dus niet afhankelijk is van “passanten” die alleen komen om een eerste indruk te maken, daarmee een korttermijnstempel op het merk drukken en vervolgens verdwijnen naar de volgende job.
Tweede voorwaarde is dat er continue wordt gemeten of de aanpak nog steeds de gewenste resultaten oplevert. Natuurlijk zijn hiervoor binnen de strategie de nodige kpi’s gedefinieerd. Daarop kan het marketingteam sturen.

Mediabudget optimaal benutten

Voor wat betreft het beoordelen en aansturen van de media-inzet – altijd al één van de grootste, zo niet de allergrootste kostenpost in het jaarlijkse marketingbudget – is de Brand Media Optimizer een zeer geschikte methodiek. Hiermee is de meest effectieve combinatie van kanalen, frequentie en spreiding te bepalen. Op een efficiënte manier haal je zo meer resultaat uit hetzelfde budget.

Over-investeren in creatie loont wel tot 5 jaar of zelfs nog langer Meer lezen »

Te veel willen meten leidt tot gebrek aan inzicht

Binnen de marketingwereld zijn op dit moment de data-analisten niet aan te slepen. Blijkbaar kun je als marketingteam niet meer zonder. Begrijpelijk want het wordt steeds eenvoudiger om grote aantallen data te verzamelen en te analyseren. Hoewel … vooral dat laatste – het analyseren –  laat vaak op zich wachten. Want in heel veel cases is de berg data zo indrukwekkend hoog dat de gemiddelde CMO, marketing director of marketing manager al heel snel afhaakt. Zo is er geen voordeel mee te behalen. Maar het kan ook anders.

Kies er dan niet voor om het complete speelveld in één analyse onder te brengen maar begin juist binnen overzichtelijke grenzen. Dat is ook de insteek bij onze succesvolle Brand Media Optimizer methodiek. Heel bewust kiezen we ervoor om de focus volledig op de effectiviteit van de media-inzet in relatie tot gedrag te leggen. Dat is een mooi afgebakend stuk van het marketingvakgebied. Een gebied waar heel veel goede, betrouwbare data beschikbaar zijn en waarbij we met data werken die binnen het bedrijf al beschikbaar zijn.

Eenvoud versus complex

Door de afbakening ontlopen we valkuilen als te duur, te complex, te veel betrokken partijen, onduidelijke resultaten en overspannen verwachtingen. We houden het in essentie eenvoudig: we brengen alle, maar dan ook alle, media-inzet in beeld (niet alleen tv en outdoor, social en online maar bijvoorbeeld ook de retailmedia en -traffic). Bovendien houden we rekening met de attentiewaarde per mediumtype. Vervolgens brengen we gedragingen naar aanleiding van die volledige media-inzet in beeld en leggen tot slot verbanden (correlaties) met de uiteindelijke effecten op sales.

Deze “eenvoud” heeft bij tal van cases al geleid tot minimaal 5% tot 30% verbetering van de effectiviteit van het marketingcommunicatiebudget. Hetzij door besparingen met hetzelfde resultaat hetzij door betere resultaten met hetzelfde budget. Want elke analyse wordt afgerond met concrete doelgerichte adviezen en aanbevelingen. Hierbij adviseren we vaak ook over de grenzen van alleen die media-inzet; denk hierbij aan het signaleren van een – positieve of negatieve – trendbreuk naar aanleiding van een nieuwe creatieve campagne, de gevolgen voor de productportfolio of de ontwikkeling van de bekendheid en het imago van een merk.

Stapje terug naar effectiviteit

Kortom een stapje terug betekent met de Brand Media Optimizer een stap vooruit qua effectiviteit van de marketingcommunicatie. En dat is een helder verhaal binnen het marketingteam! Meer weten? Neem contact met ons op: rvk@kvank.com

Te veel willen meten leidt tot gebrek aan inzicht Meer lezen »

Welke deur kies jij als marketeer?

Enige tijd terug plaatste Avinesh Kaushek een post met bovenstaande illustratie van Tom Fishburne. “En de keuze is bijna altijd de rechtse deur. Ten koste van de groei van het marktaandeel.”, schreef hij.  Waarom onttrekken CMO’s zich niet van dit dilemma vraagt hij zich af? Het laat zich verklaren.

Om te beginnen is de CMO-functie – volgens onderzoek van Harvard – de C-functie met het hoogste verloop binnen de bedrijfstop. Dit stimuleert de geldingsdrang van elke nieuwe CMO. Die zal op korte termijn al  zichtbare resultaten willen presenteren. Dat dit ten koste gaat van het langetermijnmerkbeleid ziet blijkbaar niemand. Maar het klinkt best logisch dat een marketeer niet spontaan zal roepen ‘de campagne van mijn voorganger is goed. Daar ga ik gewoon mee verder.’

Vervolgens zien we dat er bij veel bedrijven een risicomijdende bedrijfscultuur heerst die veelal op de korte termijn gericht is. Voor echte vernieuwingen en vooruitstrevende ideeën is daardoor nauwelijks voedingsbodem.

En tot slot is het lastig om de langetermijneffecten te meten. Ook dit speelt het kortetermijndenken en -handelen in de kaart. Gelukkig zijn er wel methoden die zowel het korte- als het langetermijneffect in beeld brengen. Maar dergelijke methodes – zoals de Brand Media Optimizer –  vereisen enige verdieping in de materie en dat kost in het begin tijd. Het gevolg is dat men toch liever een miljoen aan mediabestedingen uitgeeft zonder te weten wat precies de effecten zijn, in plaats van 10K uit te geven aan een methodiek die  wel inzicht oplevert in wat wel werkt en wat niet werkt.

Ondanks alles pleit Kaushek – en wij ook – er toch voor om de linker deur te openen om over tien jaar nog actief te zijn en gezonde winsten te realiseren.

De inzet op lange termijn kun je als marketeer prima onderbouwen met ondersteuning van de CFO. Want juist die wil inzicht hebben wat de investering in marketing niet alleen op korte maar ook op langere termijn oplevert. En wat het effect van bepaalde strategische keuzes is. De methodiek die dit soort inzichten verschaft kan rekenen op steun van de CFO!

Ondanks dat we met deze aanpak, om ze zover te krijgen dat ze doen wat het beste voor het merk is, tegen muren aanlopen binnen bedrijven blijven deze kennis delen. De interne bedrijfscultuur kunnen we helaas niet veranderen. Dat is jammer want daardoor kunnen we niet leveren wat goed voor ze is. Maar de hand vol marketeers die er elk jaar wel voor kiest stimuleert ons nog steeds om gepassioneerd te pogen ook de linker deur te openen. Want feitelijk is er geen andere optie dan beide deuren open te houden. Iets wat door tal van ervaren en gerenommeerde marketeers zoals Les Binet, Peter Fields, Mark Ritson e.a. al jarenlang wordt geadviseerd én onderbouwd met tal van cases en onderzoeken. Alle learnings, resultaten en ervaringen vanuit deze onderzoeken gebruiken we om de Brand Media Optimizer continue aan te scherpen en te verbeteren. Met als resultaat een methodiek die op basis de eigen media- en salesdata van het bedrijf 5% tot zelfs 30% rendementsverbetering oplevert. Deel die info maar eens met je CFO en vraag ons gerust om een toelichting op de Brand Media Optimizer methodiek met praktijkcases.

Welke deur kies jij als marketeer? Meer lezen »

Onze jaarcijfers zijn bekend

Het jaar 2023 laten we met een goed gevoel achter ons. Het was een jaar waarin we weer enkele nieuwe merken mochten helpen met de succesvolle Brand Media Optimizer methodiek. En weer met succes. De resultaten op basis van de analyses en daaruit voortkomende adviezen liggen tussen de 10% en 30% verbetering van het rendement van hun marketingcommunicatie. Deze ‘jaarcijfers’ liegen er dus niet om: de investering in de methodiek was en is het dus weer dubbel en dwars waard. We lichten twee cases beknopt toe.

Minder budget en 30% meer marktaandeel
Een relatief klein merk in de FMCG heeft een heldere groeistrategie. De afzet in de markt wordt sterk bepaald door promoties. Tegelijkertijd zien we dat de inzet van televisie duidelijk doorwerkt op de merkbekendheid en hierdoor op langere termijn zorgt voor een sterker merk. Toch hebben we het aantal ingekocht GRP’s in 2023 ten opzichte van 2022 verantwoord – maar wel substantieel – kunnen beperken. Het voorkomen van over- en underspend gaf de ruimte voor een veel betere spreiding. Precies op het moment dat het merk inboet aan herinnering zijn er steeds nieuwe flights gepland. Het resultaat is dat we met duidelijk minder budget maar liefst zo’n 30% meer marktaandeel hebben bereikt.  

Optimalisatie van 10%
Een ander merk is actief in een stagnerende markt met stevige concurrentie. We signaleerden bij de analyse van hun data diverse perioden met overspend en underspend. Bovendien bleek dat sommige van hun commercials duidelijk beter werkten op merkbekendheid en sales dan andere commercials. Door een beter planning, timing en fasering realiseerden we een optimalisatie van ongeveer 10%.

Actuele marktaandelen en retailmedia
De marktaandelen van de supermarkten zijn in 2023 – vooral door overnames – weer iets gewijzigd. Dit betekent dat de folderoplage per formule wijzigt. Merken worden gezien in de retailfolders. Het zijn dus merkconfrontaties en daarmee is de supermarktfolder een kanaal dat bijdraagt aan de mediadruk van een merk. Hetzelfde geldt voor de ingezette retailmedia en de wekelijkse traffic en confrontaties in de supermarkten. Op basis van de actuele marktaandelen is de Brand Media Optimizer hierop weer geactualiseerd.

Goed gevoel
Met het goede gevoel dat we 2023 afsloten kijken we ook naar 2024. We zijn er van overtuigd dat we ook dit jaar met de Brand Media Optimizer methodiek weer goede resultaten zullen behalen voor onze relaties. En die resultaten behalen we in zeer uiteenlopende markten. Van financiële dienstverlening tot FMCG. En van automotive tot goede doelen. Waar wacht u nog op?

Onze jaarcijfers zijn bekend Meer lezen »

Discussiëren over “Attentive reach” is goed, er iets mee doen is beter

Lumen, het Ehrenberg-Bass instituut, System1, Warc, Marketing Week en ga zo maar door: het zijn niet de eerste de besten die zich bezig houden met Attentive Reach. Het belang van échte actieve aandacht voor je reclameboodschap wordt stap voor stap duidelijker en beter in beeld gebracht. Maar vooralsnog gaat het om onderzoeken en cases met – vooral – grote, gerenommeerde merken en duizelingwekkende budgetten. Niet voor ieder merk weggelegd, maar wel voor elk merk nuttig om te volgen en het eigen beleid op basis hiervan te beoordelen en waar nodig bij te sturen.

Werkelijk actief bereik
Want niets let je om – als marketeer – nieuwsgierig te zijn naar boodschapbereik en zo de stap van het gangbare “bereik” van jouw reclameboodschap naar echte aandacht te maken. Zonder daarbij extreme bedragen voor onderzoek naar de laatste tienden achter de komma voor neer te tellen. Nee, je kunt dit week in week uit in de praktijk brengen, waarbij je continue ervaringen op doet en lessen leert die specifiek voor jouw merk gelden. Dan is alleen de vraag nog: Hoe dan?

Realistisch
Met de Brand Media Optimizer! Deze wetenschappelijk geaccrediteerde methode heeft zich  in de praktijk al ruimschoots heeft bewezen. Van begin af aan en dus al bij de eerste cases is rekening gehouden met een realistische (af)waardering van het bruto bereik van alle mogelijke kanalen. Variërend van de klassieke radio- en tv-zenders tot social kanalen, van print tot digital, van billboards tot sponsoring en van P.R. tot instore promoties.

Effect op gedragingen en gedrag
Met de methode heb je voortdurend vinger aan de pols als het gaat om de effecten van de totale media-inzet. Je ontdekt de cross-mediale effecten van de verschillende kanalen en mediatypen, je brengt de effecten in beeld van jouw mediamix op gedragingen zoals websitebezoek, store traffic, activiteiten op de socials en zelfs de invloed op de ontwikkeling van merkbekendheid en imago kun je in de methode onderbrengen. Maar minstens zo belangrijk je krijgt het effect van je media-inzet op werkelijk gedrag (vaak sales) in beeld.

De Brand Media Optimizer is een zeer praktische en betaalbare vorm van marketing mix modelling. Op basis van recente publicaties scherpen we continu onze kennis aan en passen de gevonden resultaten toe in de waarderingsmethoden. Maar je slaat die kennis niet meer passief op. Integendeel, je gebruikt hem actief! Succes gegarandeerd want de methode levert een verbetering van het rendement van je marketingcommunicatie-inspanningen op van 5 tot zelf 30%!

Discussiëren over “Attentive reach” is goed, er iets mee doen is beter Meer lezen »

Zijn de social kanalen werkelijk al geschikt voor branding?

De laatste tijd verschijnen er nogal wat artikelen waarin ‘bewijs’ wordt aangevoerd dat digitale kanalen geschikt zijn voor branding. Artikelen waarin wordt afgegeven op marketeers die blijven hechten aan de inzet van klassieke kanalen als televisie en radio. Maar is dit de werkelijkheid of is hier de wens de vader van de gedachte?

Vanzelfsprekend vervullen digitale kanalen hun rol in de huidige communicatiemix. Een wezenlijke rol. Zeker onder een jongere doelgroep is het gebruik van social, online en digital hoog. Het aantal uren schermtijd overstijgt duidelijk dat van het kijken naar traditionele televisie. We schreven in een eerder blog al dat je deze doelgroep niet meer met alleen televisie bereikt. Je zult dit bereik moeten aanvullen met andere kanalen. Youtube en BVOD zijn hiervoor prima kanalen. Digitaal dus.

Google en Meta

We signaleren dat grote spelers in het digitale veld zoals Google en Meta hun marktaandeel in de mediabestedingen na een jarenlange, sterke groei inmiddels zien wijzigen in een afnemende groei. De huidige positie in de markt hebben ze vooral te danken aan de inzet van hun kanalen als ondersteunend kanaal voor de verkoop op korte termijn. Deze digitale kanalen maakten het bereiken van een grote doelgroep bovendien toegankelijk voor bedrijven met kleinere budgetten. Nu die markt lijkt te verzadigen voelen ze de noodzaak om hun strategie bij te sturen. Dus willen ze graag een deel van de markt die gericht is op effecten op langere termijn naar zich toe kunnen trekken. Maar dat is nog geen bewijs dat deze kanalen hier bij uitstek geschikt voor zijn.

Video is niet gelijk aan aandacht

In de bewijsvoering voor de geschiktheid voor branding van de digitale kanalen wordt ook aangevoerd dat deze kanalen vol staan met video. Vervolgens wordt gesteld dat video gelijk staat aan merkopbouw en dat meer videocontent automatisch zorgt voor meer aandacht en meer emotionele impact. Het is juist deze logica die niet opgaat.

Onderzoeken van Ebiquity en Lummen en Prof. Karen Nelson Field tonen aan dat de werkelijke aandacht voor deze kanalen beduidend lager is dan die voor lineaire televisie, Youtube en BVOD. Ook in de Brand Media Optimizer methodiek zien we dit terug.
Daar komt nog bij dat het presenteren van meer video eerder ten koste gaat van de aandacht voor één specifieke boodschap dan dat het automatisch meer aandacht oplevert. De genoemde onderzoeken tonen bovendien aan dat juist gebruikers van klikbare kanalen en kleinere schermen weinig tot geen aandacht besteden aan commerciële boodschappen. Youtube onttrekt zich aan dit probleem doordat het steeds vaker wordt bekeken op grote scherm. Volgens Youtube zelf wordt in de VS al 45% van hun content bekeken op een groot scherm (SmartTV).

Werkelijke aandacht

Het argument dat veel jonge marketeers juist de kracht zien voor branding van deze kanalen is vooral  gebaseerd op het eigen gebruik van deze kanalen door deze generatie marketeers. Onderzoeken tonen echter nog steeds aan dat het een overschatting is van de realiteit. Het gaat voorbij aan de werkelijke – geringe – aandacht die commerciële boodschappen op deze kanalen krijgen.

Winnende Effie cases tonen ook aan dat de klassieke media nog steeds van groot belang zijn. Bovendien tonen die aan dat marketingcommunicatie slechts voor een (klein) deel bijdraagt aan het marketingsucces. Een onderscheidend product, een goede distributie en de juiste prijstelling zijn van groter belang.

Digitale kanalen ontwikkelen zich

Is er dan echt niets positiefs te melden over de digitale kanalen? Jazeker wel! Deze kanalen moet je als marketeer zeker in de gaten houden én gebruiken. Maar het gaat op dit moment nog te ver om te stellen dat alle social en digital kanalen al geschikt zijn voor branding. Ook al wordt er in de artikelen beweerd dat er merken zijn die gebouwd zijn met enkel social content. De voorbeelden die worden aangereikt (b.v. Prime, Gymshark, Monday en Fiverr) zijn er wel, maar in vergelijking met de grote spelers in de markt zijn ze nog steeds relatief klein én deze merken maken naast de digitale kanalen ook al jaren gebruik van andere kanalen zoals PR, celebrities, influencers en sponsoring. Met andere woorden, digital is gewoon een onderdeel van een succesvolle marketing mix, naast tal van andere digitale en traditionele kanalen.

Zijn de social kanalen werkelijk al geschikt voor branding? Meer lezen »

Loop je met TV tegen bereiksgrenzen aan?
Voeg BVOD toe!

In onze vorige blog signaleerde we het al; op langere termijn gaat lineaire TV een stuk(je) van haar bereik inleveren. De tendens is al jaren zichtbaar, waarbij natuurlijk wel overeind blijft dat TV nog steeds het meest impactvolle medium is. Maar toch.

Betere ROI

In de UK heeft Thinkbox samen met onder meer ITV, PWC en Sky een rapport gelanceerd. Hierin wordt de waarde van BVOD (Broadcaster Video On Demand) als aanvulling op het klassieke tv-kanaal in beeld gebracht. Kort gezegd levert een weloverwogen inzet van BVOD zo’n 10% groei op wat betreft de totale ROI van een campagne over korte en langere termijn.

Hoger netto bereik

Als we inzoomen zien we dat UK-adverteerders met de inzet van BVOD allereerst meer bereik binnen de jongere doelgroep 16-34 toevoegen. Daarnaast realiseren ze een beter bereik binnen de doelgroepen met hogere welstand. Geen slechte ontwikkeling, als duidelijk is dat TV vooral de wat oudere doelgroepen aanspreekt. De combinatie van TV en BVOD leidt dan ook tot een hoger netto bereik. Dit bredere bereik is – op korte en zeker op langere termijn – essentieel om te komen tot een gezonde groei van omzet en marktaandeel . Dit wordt onderstreept door diverse studies van met name het Ehrenberg Bass Institute.

Volgens de consumenten in het Thinkbox-onderzoek scoort BVOD qua beleving op vrijwel hetzelfde niveau als TV. Het grote scherm (2/3 van het kijken naar BVOD gebeurt op het tv-scherm), het goede geluid en de premium content zorgen voor een hoogwaardig omgeving. Dit heeft een positieve uitwerking op de geadverteerde merken en producten.

Goed boodschapbereik

In onze wetenschappelijke methodiek Brand Media Optimizer waarderen we de inzet van BVOD met betrekking tot het gerealiseerd boodschapbereik ook op vrijwel hetzelfde niveau als lineair TV. Komen we de combinatie tegen dan zien we zowel direct positieve effecten op korte termijn (= sales) als op langere termijn wat betreft merkbekendheid en imago. Vaak leiden deze inzichten tot een herschikking van het budget over de verschillende kanalen waarbij de toevoeging van elk nieuw kanaal additioneel bereik realiseert. De kunst is dan om de juiste balans binnen de gekozen kanalen te vinden. De Brand Media Optimizer geeft je dit inzicht.

Loop je met TV tegen bereiksgrenzen aan?
Voeg BVOD toe!
Meer lezen »